Aan tafel met Ruchama en Willem

Beiden geboren op Oudezijds 100 en nu als jongvolwassenen zelfstandig terug komen wonen. 

Ruchama kwam begin november 2022 terug op OZ100 wonen. Dat was twee weken eerder dan Willem. “Elke keer als ik iemand op 100 ontmoette en mijn verhaal deed hoe ik hier terecht ben gekomen, kreeg ik de opmerking: ‘Oh! Net als Ruchama.’ Ik dacht toen: Wie is Ruchama…?”, vertelt Willem. Dit doet Ruchama lachen en de scherpe opmerking maken dat zij dit keer wel eerder op 100 teruggekomen is terwijl Willem destijds natuurlijk eerder geboren was.

Op donderdag 27 februari 1997 werd Willem van de Wetering geboren in Amsterdam op de Oudezijds Voorburgwal 91, één van de huizen van de gemeenschap. Daar heeft hij tot zijn tweede gewoond. “Ik heb geen bewuste herinneringen van die twee jaar, maar in de vijfentwintig jaar dat ik niet op 100 woonde, zijn wij wel vaak teruggeweest. Daar heb ik dan wel veel herinneringen van!”

Vijf jaar later, in 2002, werd Ruchama geboren. Toevallig ook op de Oudezijds Voorburgwal 91. Zij heeft van haar geboorte tot haar vierde en van haar zesde tot haar achtste op 100 gewoond. In de twee jaren daartussen woonde ze in Roemenië. Daarna is het gezin verhuisd naar Amersfoort waar haar ouders nog steeds wonen. “Mijn ouders wilden dichter bij familie wonen.” Van de drukte op de Wallen en het wonen in een gemeenschap verhuisde ze naar een rijtjeshuis in een buurt waar juist niet zoveel contact is met de buren. “Mijn moeder moest heel erg wennen. Ze mistte 100 heel erg.” Ruchama zelf vond het ook een grote verandering en moest ook wennen aan de rust in Amersfoort in vergelijking met Amsterdam. Later verhuisde het gezin naar een nieuwe vorm van community: een woongemeenschap gericht op duurzaamheid. Delen in geloof en samen leven staan hier minder centraal. “Wij hadden daar niet echt een gezamenlijke ruimte maar wel een gezamenlijke tuin en deden zo nu en dan wel eens borrels gezamenlijk, vooral rond de feestdagen.”

Willem verhuisde met zijn familie ook naar een andere leefgemeenschap: een zorgboerderij in ’t Harde. “Het is totaal verschillend van OZ100 maar in de kern hetzelfde: ook een christelijke leefgemeenschap gericht op het helpen van mensen en op samenleven.” Een groot verschil tussen de zorgboerderij en Oudezijds 100 is de in elkaar doorlopende gebouwen en ruimtes van het Vaderhuis: je gaat het ene gebouw in, het andere uit… En alle huizen staan dicht op elkaar terwijl ze bij de zorgboerderij in ‘t Harde los van elkaar staan: “Daar is veel meer ruimte. Wij hadden echt ons eigen huis tussen de weilanden.”

Welke herinneringen hadden jullie als kind aan OZ100?
Ruchama moet gelijk denken aan de weekenden in Friesland: “Naar mijn idee was dat een ander land. Dan gingen wij in het donker ernaartoe en moesten héél lang in de bus zitten. Ik sliep in een tentje met een vriendin die ook op 100 woonde, Suzanna.” Deze herinnering wekte bij Willem ook een op: ook hij was naar Friesland geweest en had daar een boomhut gebouwd naast de pipowagen.

Er is ook een gemeenschappelijke herinnering: de glijbaan in het trappenhuis van 104 naast de kapel. Willem: “Naar mijn idee was het een volwaardige glijbaan maar in het echt is hij heel kort met een schuine kant van hoogstens 60 centimeter.” Ook dat gevoel delen ze, dat alles als kind zo groot leek en het nu allemaal zoveel kleiner blijkt in werkelijkheid. Zo geeft Willem nog het voorbeeld van de kindertafel in het hoekje onder de stoep van de Refter dat naar zijn idee een heel grote picknicktafel was. Ook geuren brachten Willem terug naar OZ100. “Op een dag had mijn moeder ijzerhard thee gekocht en de geur was zo nostalgisch, het bleek dus dat deze thee veel op 100 werd gedronken toen wij daar woonde, onder andere voor de gezondheid van broeder Piet.”

Hoe kwamen jullie ouders terecht op 100? 
Ruchama: “Mijn ouders zijn via een kerkgenoot bij 100 gekomen maar verder weet ik het eigenlijk niet echt.” Willems ouders gingen trouwen en OZ100 was hun eerste huis. Ze kwamen op Oudezijds 100 wonen op dezelfde leeftijd als Willem nu is. Wat de keuze was voor zijn ouders om op 100 te wonen, weet hij ook niet echt. “Het is iets met een verhaal over zuster Seraphim die in de kapel blokfluit speelde ofzo, maar wat het hele verhaal is, weet ik niet.”

Wat heeft jullie de keuze doen maken weer terug op 100 te komen wonen? 
Ruchama: “Voor mijn studie, social work, loop ik vier dagen in de week stage in Amsterdam en ik wilde graag op kamers.” Haar ouders wisten dat er op Oudezijds 100 ook studenten woonden. “In elk geval mensen van mijn leeftijd.” Ze besloot om een keer mee te eten en drie nachtjes te slapen. “Ik vond het heel raar dat ik heel veel mensen niet kende. Oudezijds 100 was gevoelsmatig nog steeds mijn huis. Dus dat er mensen wonen die ik niet kende, voelde raar.” Het is niet dat ze echt had verwacht dat het allemaal dezelfde mensen zouden zijn als in 2010, maar toch was het een gek gevoel. “Heel veel dingen lijken op vroeger alsof er niks is veranderd en tegelijkertijd zijn er ook veel nieuwe dingen. Zoals nieuwe (of eerder minder) leefregels: de omgang met elkaar is heel veel vrijer, althans als ik mijn ouders moet geloven.”

Nadat Willem zijn studie Toegepaste Sociale Psychologie in Groningen had afgerond ging hij weer terug bij zijn ouders wonen. De logische stap zou zijn geweest om net als al zijn vrienden naar Utrecht te verhuizen. Maar het lukte hem niet daar een kamer te vinden. Het idee om op Oudezijds 100 te gaan wonen is toen eigenlijk ontstaan uit een spontane halve grap. “Bij mijn ouders lag er een nieuwsbrief van 100 op tafel en toen zei mijn vader half geinend en half serieus of het niet iets voor mij zou zijn om op 100 te wonen.” Die opmerking had hem aan het nadenken gebracht en nog dezelfde avond had hij via zijn moeder Lyke Florentinus benaderd. Zijn ouders zijn door de jaren heen nog altijd bevriend gebleven met Lyke en Rik. De reactie van Lyke was erg leuk. “Ze zei dat ik gewoon een keer langs moest komen en vanaf toen ging het eigenlijk vrij snel.”

Willem heeft net als Ruchama eerst een keer meegegeten om kennis te maken. “Het was heel grappig want je zit dan aan tafel met een groep onbekende mensen met uitzondering van twee gezichten, Elyane en Dorothée, die ik wel kende, of herkende in ieder geval. Ik weet niet of ik Elyane echt wel eerder ooit gesproken had maar toch voelde dat vertrouwd. Misschien omdat haar zus Emma regelmatig bij ons thuis over de vloer kwam.”

Wat vinden jullie ouders ervan dat jullie wonen op 100?
Ruchama: “Mijn ouders vinden het heel leuk dat ik hier woon. Het voelt voor hen ook als iets vertrouwds. Zo vonden ze het heel leuk toen ze mij gingen bezoeken om te zien dat Simon er

ook nog steeds is.” Willems ouders waren al vanaf dag één super enthousiast. “Ik had zelf een beetje van: dimmen, straks valt het allemaal tegen.” Bij zijn verhuizing werd hij gebombardeerd met vragen van zijn ouders om te checken of dingen nog hetzelfde zijn als vroeger: Is die ene winkel er nog op dat hoekje? Is die ene slager er nog?… “Voor mijn ouders heeft de tijd soort van stil gestaan, alsof er hier in de afgelopen vijfentwintig jaar, dat wil zeggen sinds hun vertrek, niks meer is veranderd.”

Hoe ervaar jij het zelf om op Oudezijds 100 te wonen?
“Ik vind het heel leuk om op Oudezijds 100 te wonen. Ik zou niet op kamers zijn gegaan als ik niet de gemeenschap erbij zou krijgen. Je kan hier namelijk op een heel fijn laagdrempelige manier in contact komen met mensen. Wat op andere plekken zoals een studentenhuis gewoon moeilijker is.” Het voelt voor Ruchama echt als haar thuis, een tweede gezinsleven. “Je hoeft niet per se een betere versie van jezelf te laten zien. Je kan echt helemaal jezelf zijn.” Ruchama woont in het Vaderhuis. Dat vindt ze extra fijn omdat ze aan de ene kant makkelijk en snel mensen kan opzoeken als ze er behoefte aan heeft maar ook snel weer naar haar eigen plekje terug kan gaan. Ook Willem was niet in Amsterdam gaan wonen als Oudezijds 100 er niet was geweest. Zijn neef had destijds al gevraagd of hij niet bij hem wilde intrekken in Amsterdam. “Maar ik dacht: Ik ken niemand in Amsterdam. Dus ik zag er het voordeel ook niet van in.” Doordat Willem de gemeenschap erbij heeft gekregen en vooral door de Kajuit kent hij nu veel mensen. Daarom heeft hij nu wel een goede reden om in Amsterdam te wonen. Willem woonde eerst in het Vaderhuis maar nu op 95. “Het is een groot verschil. Ik ben blij dat ik eerst in het Vaderhuis heb gewoond. Daardoor leerde ik gelijk veel nieuwe mensen kennen. Maar ik hecht ook erg aan mijn eigen plekje.” Tegelijkertijd ervaart hij ook dat doordat hij nu zijn schoenen en jas aan moet trekken om naar 100 te gaan, de drempel soms wat hoger is. “Het heeft zo zijn voor- en nadelen.”

Hoe is het gemeenschapsleven op de Wallen?
Willem had van te voren verwacht dat het gemeenschapsleven heel erg wennen zou zijn en intensiever. Maar volgens hem lijkt het eigenlijk gewoon op zijn studentenvereniging in Groningen maar dan met een veel breder leeftijdsbereik en er studeren een stuk minder mensen. “Ik woonde daar ook met veel verschillende mensen in hetzelfde huis, ook allemaal met gemeenschappelijke waarden en geloof, maar de grootste herkenning ervaart hij in de gezelligheid. Die kun je altijd opzoeken: in de verschillende commissies of in de Kajuit, terwijl je eigenlijk iets heel anders zou moeten doen! Dat is bijna een-op-een te vergelijken met ervaringen uit mijn studententijd.”

Het wonen op de Wallen is voor Willem toch ook nog steeds wennen. “De drukte is zo’n groot contrast met de weilanden waar ik vandaan kom.” Ruchama heeft niet echt last van de drukte. Zij vindt het wel gezellig en is het wel gewend: “Het voelt gewoon nog steeds als thuis. Ik ben er immers toch soort van opgegroeid.”

Welke vrijwilligersstaken hebben jullie?
“Ik zit sinds kort bij de werkgroep van geestelijke vorming en kook zo af en toe maar heb nog geen vaste taken.” Het is voor Willem niet heel moeilijk om voor een grote groep te koken. Hij deed dat ook bij zijn studentenvereniging. “Het is misschien kwalitatief wel wat minder dan wat een Claudia of iemand anders maakt. Tot nu toe heb ik elke keer stamppot gemaakt.” Ruchama kookt ook zo nu en dan en vindt dit erg leuk maar wel een grote verantwoordelijkheid. Daarnaast maakt ze de gastenkamers schoon en helpt ze mee met de kinderactiviteiten. “Ik was dit jaar begeleider bij Sint Maarten. Dat was heel leuk. Het was ook precies hetzelfde als vroeger toen ik als kind meeliep. Het is nog steeds pannenkoeken eten, het verhaal van Sint Maarten en dan snoepjes halen bij de buren.”

Beiden hebben zij hun eerste (kinder)stapjes op 100 gezet en maken ze nu de eerste stappen in het ‘volwassenleven’. Hoe deze route er verder uit zal zien, weten ze nog niet maar voor nu blijven ze aanschuiven aan de tafel van Oudezijds 100.

 

Door Mathies Florentinus 

Mensen uit alle hoeken van de samenleving vormen samen Communitaire Gemeenschap Oudezijds 100. In de binnenstad van Amsterdam proberen wij in leven en werken het evangelie van Jezus Christus present te stellen. Oudezijds 100 biedt concreet hulp door inloop, maatschappelijke opvang, begeleid wonen, medisch maatschappelijk werk en medische zorg voor onverzekerden. De woongemeenschap functioneert hierin als groot gezin en oefenschool, die de hulpverlening ondersteunt.

Oudezijds 100
T 020 – 626 66 34
E info@oudezijds100.nl

Maria ter Claesze
T 0516 – 57 72 92
F 0516 – 57 74 99

Meer contactgegevens

Copyright Oudezijds100 © 2020

Website door: Webheld.nl