Letícia is vrijwilliger bij de Kruispost en komt oorspronkelijk uit Brazilië waar ze journalistiek studeerde. Na een tijd als journalist gewerkt te hebben ging ze backpacken en al reizend kwam ze erachter dat ze eigenlijk niet meer terug wilde gaan naar haar geboorteland.
Bij aankomst in Nederland was Letícia, naar eigen zeggen, erg onder de indruk: ‘De Nederlandse samenleving draait heel erg goed. Als je in Brazilië in de problemen komt, kun je het wel vergeten, er is geen overheidssteun, niets.’ Tegelijkertijd vindt ze Nederlanders soms ook afstandelijk. ‘Het is moeilijk om er echt bij te horen wanneer je geen Nederlands spreekt.’
Ondanks die afstandelijkheid kreeg ze wel warme betrekkingen en met één Nederlander in het bijzonder, Maarten, met wie ze sinds kort is getrouwd.
‘Mijn schoonzus, vertelde mij over Kruispost en het werk dat ze daar doen.’ Volgens Letícia is het vrijwel onmogelijk voor Brazilianen om een visum te krijgen als je geen expat bent. Het gevolg is dat de meeste Brazilianen in Nederland hier illegaal zijn. ‘Vaak werken ze zwart als schoonmakers, ze hebben geen toegang tot de zorg en dan komen ze bij Kruispost terecht.’ Letícia spreekt zowel Spaans als Portugees en is daarom goed in staat om de Latino’s te helpen die bij Kruispost om hulp vragen. ‘In Latijns Amerika is het niet gebruikelijk dat je op school Engels leert, daar moet je echt een cursus voor volgend als je dat wil.’ Letícia houdt van het werk dat ze doet op Kruispost, maar het kan volgens haar ook soms erg chaotisch en vermoeiend zijn. Maarten en Letícia zijn allebei katholiek maar Letícia worstelt met haar geloof. ‘In Brazilië is het heel anders dan in Nederland. Hier vinden mensen het raar als je gelooft, maar daar heb ik het geloof ervaren als belerend en veroordelend.’ Voor Letícia was het geloof niet de belangrijkste motivator om vrijwilligerswerk te gaan doen. ‘Ik doe het vooral uit humanitaire overwegingen. Ik heb het goed en ik wil graag iets terugdoen voor mensen die het minder hebben.’