Floor de Ruiter is een aantal jaren bestuurslid geweest bij Stichting Oudezijds 100, heeft de communiteit begeleid en heeft de gemeenschap uitgedaagd om een nieuwe visuele identiteit te ontwikkelen.
Wie ben je, waar kom je vandaan?
‘Ik ben achtenvijftig jaar oud en vader van een heerlijke tweeling van twaalf jaar oud: Morris en Cato. Getrouwd met Jet en met elkaar wonen we in Amsterdam. In mijn werk heb ik drie jaar geleden een nieuw bedrijfje opgericht, samen met een collega die bijna dertig jaar jonger is. Met een heel team om ons heen begeleiden we organisaties die in moeilijke omstandigheden zijn terecht gekomen. Bijvoorbeeld helpen we soms bij de vorming van nationale politie of een grote reorganisatie bij Holland Casino.’
Hoe ben je in het bestuur van stichting (vrienden van) Oudezijds 100 terecht gekomen?
‘Michiel Josephus Jitta, een bestuurder die al tientallen jaren bij Oudezijds 100 is betrokken, heeft me er bij gesleept. Nadat hij me voor de zesde keer gevraagd had, begreep ik dat het niet een vraag was, maar een opdracht. Mijn aarzeling zat niet bij Oudezijds 100, maar ik zei tegen Michiel: ‘Jij bent lekker met pensioen en hebt alle tijd, maar ik werk en heb een gezin met kinderen, daar heb ik helemaal geen tijd voor'. Maar Michiel had gelijk, het paste prima en heeft mij ook veel opgeleverd.’
Wat voor dingen heb je gedaan je in dat bestuur? Wat vond je het leukst?
‘Ik ben niet echt een bestuurder, maar een begeleider van verandering. En in de afgelopen periode heeft er op bestuurlijk niveau wel een verandering plaats gevonden bij Oudezijds 100. Verjonging en ons voorbereiden om op termijn minder afhankelijk te zijn van gemeentelijke subsidies. Verjonging, maar eigenlijk ook terug naar de roots; totaal je eigen koers bepalen in de keuzes van de hulp. Los van overheidsbemoeienis.’
Je hebt als het ware van over de rand een kijkje gehad in ons gemeenschapsleven. Wat heeft gemeenschap Oudezijds 100 jou geleerd?
‘Ik heb heel veel geleerd van het gemeenschapsleven. Op allerlei gebied. Bijvoorbeeld dat Rik elke bestuursvergadering met gebed begint. Dat was ik niet gewend. Nu realiseer ik me dat juist dat een hele goede bijdrage levert aan de gesprekken. Even rust en concentratie op ons eigenlijke doel voor die bijeenkomst. Maar ook op een heel ander gebied. Bij mijn afscheid vertelde ik al dat ik het leven in een huwelijk en gezin al een hele uitdaging vind. En dan lijkt het leven in een gemeenschap van gelijkgestemden me al helemaal een opgave. En dat dan nog met mensen die ook nog hulp en aandacht nodig hebben. Daar kan ik alleen maar stil en met bewondering naar kijken. De drive waarmee iedereen in de gemeenschap zo’n concrete bijdrage levert aan de wereld, dat vind ik zo prachtig. En ik ben trots dat ik daar een klein beetje een onderdeel van ben (geweest). De opvatting van wederkerigheid inspireert me ook in mijn werk: iedereen kan op zijn of haar manier een bijdrage leveren.’
En wat heeft Oudezijds 100 van jou geleerd?
‘Eigenlijk kwam ik helemaal niet over de vloer om bestuurslid te worden, maar om met Spe Gaudentes om de tafel te zitten. Als je zo intensief met elkaar samenleeft en werkt, vraagt dat heel veel van de onderlinge samenwerking. Daar moet je regelmatig onderhoud aan plegen. Maar de slijtage gaat heel geleidelijk, dus merk je die eigenlijk niet. Je past je allemaal aan aan wat de groep kan hebben. Ik was er voor de samenwerkings-’APK’. En als je dan als buitenstaander de ontstane gevoeligheden aan de orde stelt - dat kan je dan makkelijk doen als je er geen onderdeel van bent - dan kan dat best even hard aankomen of moeilijk zijn. We hebben toen besloten om een periode elke twee weken zo’n gesprek te houden. Ik meen op maandagavonden. Dan fietste ik na het eten naar Oudezijds toe voor wat bleek te heten de ‘Floor-gesprekken’. En omdat er veel te bespreken was, liepen die soms behoorlijk uit. Dat pakte de volgende gewone werkdag niet voor iedereen goed uit. De communiteit heeft hard gewerkt. Daar was ik heel trots op.’
‘Een van de realisaties was dat de identiteit van Oudezijds 100 al tientallen jaren niet was veranderd, terwijl er een hele nieuwe generatie aan boord was: zowel communiteitsleden als bewoners. Veel jongeren hechten in deze tijd een groot belang aan zingeving. Ze willen betrokken zijn bij dingen die er echt toe doen. Niet als sponsor, maar echt zelf persoonlijk betrokken zijn. Om de verbinding met die nieuwe generatie te maken, daarbij stond die originele identiteit een beetje in de weg. Van binnen was er sprake van een generatiewissel, maar dat was nog onzichtbaar. Zelf weet ik niet hoe dat aan te pakken, maar van Michiel had ik inmiddels geleerd dat je gewoon wat druk moet ‘uitnodigen’. Dat deed ik met mijn oude vriend Jeroen van Erp. Die is inmiddels hoogleraar Industrieel ontwerpen in Delft en dus extreem druk. Maar toch wist ik hem te strikken als begeleider van dat traject. Daar mocht ikzelf ook af en toe bij zijn. Dat was echt gaaf. En de nieuwe website, met alle verhalen van iedereen die op een of andere manier betrokken is, vind ik helemaal geweldig.’
Ons jaarthema is 'Hier ben ik'. Wat zijn jouw associaties? Wat roept dat bij je op?
‘Oudezijds 100 weet steeds met inspirerende motto’s te komen. Deze ook weer. Voor mij onderstreept dat, dat ik aan Oudezijds 100 verbonden wil blijven. Dus ik roep: ‘Hier ben ik, ik ben niet weg, gebruik me’. Ik hoop met de individuele leden van de communiteit verbonden te blijven en ook met hen als team betrokken te blijven. Dus ik hoop nog regelmatig naar Oudezijds 100 toe te fietsen.’